Doelstellingen

 

OPDRACHT

Een geest van verstandhouding tussen alle volkeren scheppen en bevorderen teneinde humanitaire noden te lenigen door belangeloze hulpverlening en tot actieve deelname aan het leven van de gemeenschap en internationale samenwerking aanzetten.

DOELSTELLINGEN

  • het tot stand brengen en in stand houden van onderling begrip tussen de volkeren van de wereld; 
  • het bevorderen van beginselen van goed overheidsbestuur en goed burgerzin; 
  • een actieve belangstelling hebben voor het maatschappelijke, culturele, sociaal en moreel welzijn van de samenleving; 
  • de lionsclubs verenigen in vriendschap, kameraadschap en wederzijds begrip; 
  • een ontmoetingsplaats bieden voor vrije gedachtenwisseling over alle zaken van openbaar belang; maar over partijpolitieke en dogmatische-religieuze opvattingen zal door clubleden echter niet worden gedebatteerd; 
  • het aanmoedigen van mensen die daarvoor openstaan om dienstbaar te zijn aan de samenleving zonder persoonlijke financiële voordelen; het aanmoedigen van doelmatigheid en het bevorderen van hoge waarden in beroep en bedrijf, zowel in openbare dienst als in persoonlijk handelen.

Het motto van de Lionsorganisatie is "We Serve", "Wij dienen". Het is voor ons Lions vóór alles een gezamenlijke taak voor ieder van ons om met de goede wil die in ons hart leeft, de last van anderen, minder fortuinlijken helpen verlichten. Je vindingrijkheid, ervaring en gemeenschapszin zal je kunnen inbrengen en je zult dan de voldoening ervaren van een geslaagde gezamenlijke inspanning.

 

ERECODE

  1. Een Lionslid zal zich tijdens zijn werk/leven zodanig inzetten dat hij aanspraak mag maken op een goede reputatie;
  2. Hij zal goede resultaten nastreeft tegen een redelijke vergoeding, zonder gebruik te maken van ontoelaatbare middelen of door anderszins incorrect te handelen;
  3. Hij zal steeds voor ogen houden dat zijn positie/carrière niet ten koste van anderen mag worden opgebouwd;
    degenen die een beroep op hem doen zal hij niet in de steek laten en trouw hij zal trouw zijn aan zijn principes;
  4. Als hij twijfelt of zijn positie of handelen tegenover een ander wel rechtmatig of moreel verantwoord is, zal hij die twijfel wegnemen, ook al is dat strijdig met zijn eigenbelang;
  5. Hij zal vriendschap niet als middel maar als doel beschouwen; ervan uitgaande dat ware vriendschap niet berust op wederzijds verleende diensten. Hij zal niets verlangen en diensten aanvaarden in de geest waarin zij worden gegeven;
  6. Hij zal zich steeds bewust zijn van zijn plichten ten opzichte van zijn land en leefgemeenschap, zich in woord en daad loyaal gedragen en zoveel als mogelijk is tijd, energie en middelen voor deze samenleving inzetten;
  7. Hij zal zijn medemensen helpen door mee te leven in gevallen van nood en steun en hulp te bieden;
  8. Hij is voorzichtig met kritiek, royaal met lof en zal zich niet negatief maar constructief opstelen.